De Wartburg in Utrecht werd in 1942 door de Lutherse kerk gebouwd als ‘rusthuis'. De naam verwijst naar het Duitse kasteel waar Maarten Luther in 1521 het Nieuwe Testament van de Bijbel vertaalde. Anno Domini 2015 is het Utrechtse zorghotel De Wartburg een toonbeeld van toepassing van nieuwe technologie in de zorg.
De nog jonge branche voor Gebouw Automatisering organiseerde recent een XS2HiTek bijeenkomst in het zorghotel. Automatiseerders, projectontwikkelaars en beheerders van zorggebouwen kwamen bijeen om te kijken en te vergelijken. Mensen die zorg nodig hebben, vaak ouderen, en nieuwe technologie, dicht op de huid van individuele mensen, bijt dat elkaar niet?
Zeker, de noodzaak, sense of urgency, is er in de zorg. Als automatisering de kosten terug kan dringen, kom maar op dan. Ja maar, technologie haalt toch de menselijke interactie weg, maakt alles toch onpersoonlijker? En ouderen kunnen daar toch nooit meer aan wennen? Bovendien vraagt het allemaal enorme investeringen, terwijl er geen geld is.
Alle argumenten werden gelogenstraft toen we zagen wat er is gerealiseerd in de Wartburg en dan bedoel ik niet De Wartburg waar Luther de technologische revolutie van de middeleeuwen praktiseerde, die van de boekdrukkunst. Bovendien, ook het tegenvoorbeeld, de ervaring van de Limburgs Cicero Zorggroep, bewees hoe al die tegenwerpingen onderuit gaan.
Wat er gebeurt? Mensen die zorg nodig hebben, een aantal weken moeten revalideren, kiezen graag voor De Wartburg, zelfs als het daar iets meer kost. Alles is er namelijk gericht op comfort met een menselijke maat, volledig ondersteund door nieuwe technologie. Iedereen die binnen komt, iedere patiënt, die hier natuurlijk ‘gast’ heet, krijgt een tablet. Nee, niet voor onder de tong, maar gewoon zo’n leitje van plastic dat een beetje licht geeft en waar je alleen maar met je vingers overheen hoeft te gaan om allerlei dingen te laten gebeuren. Je kunt op elk moment dat je dat wenst oog- en stemcontact hebben met het verzorgend personeel zonder dat die mensen door het gebouw hoeven te rennen.
Alles kan bestuurd worden met dat ding, of eigenlijk, met dat netwerk van dingen. Inderdaad ‘the Internet of Things’. Dementerende gasten die mogelijk gaan dwalen en daarmee in gevaar komen? Het wordt gesignaleerd door het systeem, dat via muziek of anderszins zorgt dat de dolende wordt afgeleid naar veilige oorden.
Is dat nou iets wat logisch uit de gangbare gebouwcomputers rolt? Nee dus. Het is geen appeltje-eitje voor elke installateur die bezig is een klimaatsysteem aan een gebouwbeheer computer te hangen. Dit is niet meer een besturing bovenop een stukje werktuigbouw. Dit is bottom up automatisering in plaats van top down. Heel anders schaalbaar in netwerken, desnoods gekoppeld aan patiëntendossiers. Het bleek uit de discussie ter plaatse. Lang niet iedereen is al overtuigd van de bottom up netwerkintegratie naar behoefte, eindeloos migratiebestendig en uitbreidbaar.
Het gekke is dat mensen zonder veel technologische kennis hierin sneller schakelen, let op dat woord, dan door de wol geverfde techneuten. Is natuurlijk niet echt gek. Kennis en ervaring kunnen soms hinderlijk in de weg zitten als je anders moet gaan denken, out of the box moet. Maar daar zijn tabletjes voor.
Vorig jaar tijdens de Nationale Conferentie Gebouw Automatisering vertelde Bram Elderman van Apple dat bij zijn bedrijf zo’n veertig procent van de medewerkers juist niet technisch is: beeldhouwers en psychologen. Dit jaar op 4 en 5 november gaat er weer zoiets gebeuren. Voor de derde editie van de conferentie worden weer allerlei mensen uitgenodigd die weinig tot niets weten van techniek, laat staan van technologie; retailers, facilitair managers, noem ze maar hoteliers, accountants, de veredelde boekhouders. O ja ook nog een energiebedrijf en Microsoft, de convergentie naar gemak heet het bij hen.
Da’s toch wat anders dan een HVAC installatie met naregeling, luchtbehandelingskasten en warmtepompen, afsluiters en regelventielen. Overdruk is niet meer spannend. Alles gaat in the cloud. Voor de echte ouderwetse sleutelaars zijn er pilletjes, tabletjes. Dat mag wel wat kosten. Da’s een goed recept.