Wat betekent het regeerakkoord voor de installatiebranche?

Op 10 oktober presenteerden de coalitiepartners van het kabinet Rutte-III het regeerakkoord 'Vertrouwen in de toekomst'. Op diverse onderdelen van het regeerakkoord, zoals de energietransitie, techniekonderwijs en arbeidsmarkt is de inbreng van UNETO-VNI terug te vinden. Voorzitter Doekle Terpstra: 'Het nieuwe kabinet toont grote ambitie op het gebied van de energietransitie. De omslag naar duurzame energie biedt onze leden grote kansen. Ook zien we dat het kabinet vol inzet op het stimuleren van techniekonderwijs wat een positief effect heeft op de instroom. Dankzij een aantal maatregelen op de arbeidsmarkt wordt vast minder vast en flex minder flex. Dit is goed voor de dynamiek op de arbeidsmarkt en maakt het aantrekkelijker om werknemers in vaste dienst te nemen.

UNETO-VNI voorzitter Doekle Terpstra:'Het nieuwe kabinet toont grote ambitie op het gebied van de energietransitie. De omslag naar duurzame energie biedt onze leden grote kansen.

Energie en klimaat
Op het gebied van verduurzaming laat het regeerakkoord ambitie zien. Terpstra: ‘Een CO2-reductie van 49 procent in 2030 is geweldig nieuws voor de installatiebranche. UNETO-VNI heeft steeds gepleit voor een Klimaatwet en een nieuw energie- en klimaatakkoord. Met dit regeerakkoord worden we op onze wenken bediend. De energietransitie krijgt hiermee een stevig fundament voor de lange termijn en biedt daarmee investeringszekerheid en vertrouwen.’

Gasvrije woningen
Het kabinet Rutte-III wil per jaar 50.000 gasvrije nieuwbouwhuizen bouwen. Ook moeten 30.000 tot 50.000 bestaande woningen per jaar van het gas af. Dit is een eerste stap op weg naar een verduurzaming van 200.000 huizen per jaar, een tempo dat nodig is om tot 2050 de hele voorraad van 6 miljoen woningen te verduurzamen. UNETO-VNI is enthousiast over dit voornemen dat de leden veel werk gaat opleveren. Terpstra signaleert wel dat groen gas en biogas in de bestaande bouw nog jarenlang belangrijk zullen zijn als transitiebrandstof. ‘Het gasvrij maken van de bestaande bouw is echt een zaak van langere adem.’

Green skills
De omslag naar duurzame energie betekent dat de kennisbehoefte bij leden de komende tijd snel zal toenemen. UNETO-VNI zal daar samen met opleidingsfonds OTIB op inspelen met een pakket aan toegesneden opleidingen, trainingen en tools. In het regeerakkoord staat het belang van de borging van de kwaliteit van opgeleverd werk expliciet benoemd. Dat geldt zowel voor de energieprestatie als voor de veiligheid. De financiering van besparingsmaatregelen (de zogenaamde gebouw-gebonden financiering) wil het kabinet eventueel ondersteunen door wetswijzigingen. Wat dat betreft houdt UNETO-VNI nadrukkelijk de vinger aan de pols.

Regionale aanpak
Het kabinet kiest voor een regionale aanpak voor verduurzaming van de bestaande bouw toe. UNETO-VNI juicht dit toe. Hier liggen kansen voor de leden om een leidende rol te nemen bij de omslag naar een duurzame energievoorziening in hun regio. Daarbij ligt samenwerking met onder andere gemeenten en netbeheerders voor de hand. Netbeheerders moeten zich daarbij wat betreft UNETO-VNI nadrukkelijk beperken tot hun publieke taak en zich onthouden van werkzaamheden achter de meter.
UNETO-VNI is ook enthousiast over het voornemen om nieuwe financieringsvormen voor verduurzaming te vinden en de investering te koppelen aan de woning. Op die manier beperkt het kabinet het risico voor de bewoner en de financier. Investeren in verduurzaming wordt daarmee nóg interessanter. Voor de salderingsregeling van zonnepanelen, die in 2020 afloopt, komt een alternatief in de vorm van een terugleversubsidie, ondersteund met een budget van 240 miljoen euro.

Techniekonderwijs
De instroom van goed technisch personeel is voor de installatiebranche van levensbelang. Zeker gezien de snelle groei de komende jaren heeft UNETO-VNI zich daarom sterk gemaakt voor versterking van het techniekonderwijs. Terpstra: ‘En met succes! Het kabinet investeert 100 miljoen extra per jaar in de beschikbaarheid én kwaliteit van de techniekopleidingen in het vmbo. Ook de voorzetting van het Techniekpact en het platform Bètatechniek en extra investeringen in hoger technisch onderwijs laten zien dat het kabinet de juiste koers inzet.’

Permanente bijscholing
Het klassieke onderscheid tussen een ‘schoolperiode’ en het ‘werkleven’ verdwijnt. De toekomst vraagt om permanent bijscholen, een leven lang leren wordt de norm. Het kabinet wil dit realiseren door de introductie van een individuele leerrekening. Praktijkonderwijs wordt volwaardig en leerlingen ontvangen hiervoor in de toekomst een tastbaar bewijs.

Meer instroom van BBL-leerlingen
Het nieuwe kabinet honoreert ook twee andere wensen van UNETO-VNI: experimenten met vraagfinanciering in het mbo worden toegestaan en de kerndoelen voor techniek in het basisonderwijs worden aangescherpt. Daarnaast gaat het nieuwe kabinet sturen op meer instroom van BBL-leerlingen en wordt het rekenonderwijs in het mbo beroepsgericht. Er komen bovendien mogelijkheden om mbo-vakcertificaten te behalen voor mbo-niveau 1 en 2.

Cybersecurity en digitalisering
In het regeerakkoord is er veel aandacht voor ICT en digitalisering. Daar hoort cybersecurity, gericht op installaties natuurlijk bij. UNETO-VNI en haar leden hebben bij de invulling van maatregelen op dit gebied een grote verantwoordelijkheid. De branche zal daarvoor fors investeren in kennisopbouw en ketenbrede samenwerking.

Arbeidsmarkt wordt flexibeler
De oproep van UNETO-VNI om werkgeverschap weer aantrekkelijker te maken, vindt ook gehoor bij de nieuwe coalitie. Een aantal concrete wensen van UNETO-VNI is in het regeerakkoord terechtgekomen. Het kabinet beperkt de verplichte loondoorbetaling bij ziekte voor bedrijven tot 25 werknemers tot één jaar. Ook wordt de transitievergoeding voor het mkb beperkt, langere tijdelijke contracten worden mogelijk en het ontslagrecht wordt versoepeld. Het kabinet verlaagt de lasten op arbeid door een wijziging van belastingtarieven en sociale premies. Terpstra: ‘De risico’s voor werkgevers om mensen in vaste dienst te nemen worden kleiner. Vast wordt minder vast en flex wordt minder flex. Dat zorgt voor een grotere dynamiek op de arbeidsmarkt en uiteindelijk tot meer banen.’

Verlenging van de proeftijd
Werkgevers hoeven een werknemer straks pas na drie jaar vast in dienst te nemen. Nu is dat nog twee jaar. Ook kunnen werkgevers een langere proeftijd afspreken. Als een werkgever meteen een contract voor onbepaalde tijd aanbiedt, gaat er een maximale proeftijd van vijf maanden gelden. Bij contracten langer dan twee jaar mag een proeftijd van drie maanden ingesteld worden.

Ontslagrecht
Werkgevers kunnen in de toekomst werknemers via de rechter op gecombineerde gronden ontslaan. Daartegenover staat wel dat de werknemer eerder aanspraak kan maken op een hogere ontslagvergoeding. Werknemers hebben straks vanaf het begin van hun arbeidsovereenkomst recht op een transitievergoeding, in plaats van na twee jaar. De mogelijkheden om de transitievergoeding te verrekenen met opleidingskosten worden verruimd. Tot slot wordt de verplichting om transitievergoeding te betalen versoepeld bij bedrijfsbeëindiging wegens ziekte of pensioen van de ondernemer.

Loondoorbetaling bij ziekte kleine werkgevers
Kleine en middelgrote bedrijven (met maximaal 25 werknemers) hoeven straks het salaris van zieke werknemers maar één jaar door te betalen, in plaats van twee jaar. Voor het tweede jaar komt er een collectieve regeling. De premiedifferentiatie WGA, de periode waarin de werkgever individueel risico loopt bij arbeidsongeschiktheid van een werknemer, wordt verkort van 10 naar 5 jaar.

Zzp
De wet DBA gaat op de schop. Er is altijd sprake van een arbeidsovereenkomst als het tarief lager is dan 125% van het wettelijk minimumloon of de laagste loonschalen in de cao en de duur van de overeenkomst langer is dan drie maanden. Voor overeenkomsten boven dit lage tarief komt een ‘opdrachtgeversverklaring’ die via een webmodule moet worden ingevoerd. UNETO-VNI hoopt dat deze nieuwe koers standhoudt en de broodnodige duidelijkheid geeft. Het kabinet wil onderzoeken of er een beter verzekeringsaanbod komt voor zzp-ers, zodat deze groep ondernemers de mogelijkheid krijgt om zich betaalbaar te verzekeren.

Modernisering pensioenregeling
Het kabinet wil de doorsneepremie afschaffen en sociale partners tijd geven om te komen tot een stelsel van een persoonlijk pensioenvermogen met collectieve deling van een aantal risico’s.

Ouderschapsverlof
In 2019 gaat het verlof voor vaders van twee naar vijf dagen, met de mogelijkheid om vijf weken aanvullend verlof aan te vragen. In het aanvullend verlof, dat in juli 2020 moet worden ingevoerd, verdient de vader nog 70 procent van het salaris. Er komt een hogere WW-premie voor flexibele contracten.

Belastingen
De vennootschapsbelasting gaat omlaag en de dividendbelasting wordt afgeschaft. Maar het kabinet beperkt de mogelijkheid tot schuiven van verliezen over de jaren, evenals de renteaftrek. Daarnaast wordt het tarief in box 2 (belasting over voordeel van aanmerkelijk belang in vennootschap) verhoogd.
De inkomstenbelastingtarieven gaan omlaag en er zijn vanaf 2019 nog maar twee inkomstenbelastingtarieven.
Pas bij een hoger vermogen hoeft er vermogensbelasting te worden betaald (van 25.000 naar 30.000 euro). Daarnaast komen er voorstellen waarbij de belasting beter aansluit op het daadwerkelijke rendement. Behalve de versnelde versobering van de hypotheekrenteaftrek zijn er plannen om de zelfstandigenaftrek versneld af te bouwen naar het lage inkomstenbelastingtarief.

Milieuzones
In plaats van de wirwar aan lokale regels komt er één systeem met eenduidige categorieën en borden.